Je bevindt je hier:

Van uitstekende stenen naar bondige berichten over baanvakken

Radioverkeersinformatie: eruit halen wat erin zit.

Door: Marith Dieker, Universiteit Maastricht.

In het blog Radioverkeersinformatie: een onderzoek naar (weinig?) nieuws schreef ik over de manier waarop ik mijn onderzoek naar de Nederlandse radioverkeersinformatie heb uitgevoerd. Maar wat kom je met dit onderzoek eigenlijk te weten over een rubriek die weliswaar vaak op de radio komt, maar niet per sé voor iedereen nieuwswaarde heeft? In dit blog enkele bevindingen die de ontwikkeling van de verkeersinformatie in Nederland sinds de jaren zestig kenmerken.

Onregelmatig wegdek en de invloed van het weer

Zoals je zou verwachten zijn er zijn veel verschillen in de verkeersinformatie op Radio 1 sinds de jaren ‘60. In het programma Radiokrant van 28 december 1961 is te horen: “Hier volgt eerst een bericht van de wegeninformatiedienst van de KNAC in verband met gladheid in verschillende delen van het land.” Het bericht wordt vervolgd met de gedetailleerde opsomming van groot aantal specifieke gebieden waar die avond gladheid kon worden verwacht:

 

Fragment verkeersinformatie in het programma Radiokrant (NCRV), 28 december 1961. Bron foto: 'Babberich grensovergang drukte.'16-04-1965, ANP, G v.d. Werff, CC BY-NC-ND.

In de berichten voor automobilisten in de jaren zestig werd soms gewaarschuwd voor onregelmatige wegdekken door regen- of sneeuwval, stenen die los waren gekomen door bevriezing, of veerdiensten die door het slechte of koude weer uit de vaart waren genomen. Het verkeersbericht had daarmee veel aandacht voor de (lokale) verkeersveiligheid van individuele reizigers in verschillende delen van het land.

De eerste files

De eerste file in Nederland stond op 29 mei 1955 rond knooppunt Oudenrijn in Utrecht. Het was groot nieuws. Toch werd pas rond het begin van de jaren zeventig de lengte van de files op de Nederlandse radio vermeld, toen nog sporadisch. In het programma VPRO-Vrijdag van 5 november 1971 werd er door de verkeersreporter op gewezen dat “Op de autosnelweg Den Haag-Rotterdam-Utrecht-Arnhem is op het wegvak Waddinxveen-Woerden op beide rijbanen nog een file aanwezig der lengte van 5 kilometer.” Naast het verschil in taalgebruik, zien we ook dat de snelweg (tegenwoordig de A12) in zijn geheel genoemd werd, en nog niet afgekort aan de hand van enkel het wegnummer.

 

Klaverblad verkeersplein Oudenrijn in gebruik. Item uit Polygoonjournaal 67-11, 1967.

Vanaf de jaren zeventig werden de files in Nederland echter steeds langer, en kwamen ze ook op meer plekken voor. Om het toenemende aantal auto’s in goede banen te leiden werden er in de jaren zestig veel nieuwe wegen aangelegd, maar door een verzwakte economie en opkomende milieuoverwegingen nam die groei van het aantal nieuwe kilometers wegdek in de jaren zeventig af. De filedruk bleef echter stijgen en zo werd de radioverkeersinformatie een prominenter onderdeel van het radioprogramma.

De professionalisering van de radio verkeersinformatie

De verkeersinformatie kreeg na verloop van tijd een eigen, herkenbare jingle en werd vaker door de presentator aangekondigd als een specifiek onderdeel van het programma met een eigen presentator of presentatrice. Vanaf 1978 werd de verkeersinformatie gepresenteerd vanuit de politieverkeerscentrale in Driebergen waar sinds de jaren zeventig onder anderen Rob van Rees, Theo Gerritsen, Jelles Bode, Klaas Hofman en Lucia Meering het laatste verkeersbericht oplazen. ‘Driebergen’ werd een begrip en de verkeersreporters werden bekende karakters op de Nederlandse radio. Gaandeweg werd het contact tussen de radio presentatoren en de verkeerslezers informeler. Men noemde elkaar bij de voornaam en regelmatig werd de verkeersinformatie voorafgegaan of gevolgd door luchtige praatjes tussen de studio’s in Hilversum en Driebergen.

 

Fragment verkeersinformatie in het programma Echo (KRO), 13 december 1993. Bron foto: 'File Rijksweg 20 i.v.m. gladheid.'31-01-1996, ANP, Paul Kolk, CC BY-NC-ND.

Terwijl het contact tussen de radio presentatoren en de verkeersreporters veranderde en ‘losser’ werd, werd de inhoud van de berichten juist korter, bondiger en meer en meer gestandaardiseerd. In veel gevallen werd een opstopping slechts aangeduid met een wegnummer, wegvak en filelengte. Op die manier werd tijd bespaard en konden de verkeersreporters zoveel mogelijk informatie in de voor hen gereserveerde zendtijd presenteren. De bedoeling was om de verkeersinformatie in maximaal twee minuten te presenteren, en het liefst korter, ongeacht hoeveel files er stonden. Dit format is de afgelopen jaren weinig veranderd en zal welbekend zijn: “In de regio Rotterdam, op de A13 richting Den Haag 3 kilometer file tussen het knooppunt Kleinpolderplein en Delft-Zuid.”

De presentatie van de verkeersinformatie

De strategieën van de verkeersreporters richtten zich erop zo snel en optimaal mogelijk de automobilisten te informeren. In de jaren zeventig en tachtig werden de files in oplopende volgorde vanaf de A1 opgelezen. In de jaren negentig werden de files echter steeds vaker geclusterd per (stads)regio. Daarnaast werd er in de berichtgeving steeds vaker voorrang gegeven aan de lange(re) files, of files met een bijzondere oorzaak, in plaats van het oplezen van het totale filebeeld. Tegenwoordig lijken verschillende radiostations hun eigen voorkeuren voor de presentatie van de verkeersinformatie te hebben, waarbij er soms gericht wordt op de files in specifieke regio’s maar de files ook vaak opnieuw numeriek opgelezen worden. Daarnaast wordt op veel zenders tegenwoordig de file in vertragingstijd in plaats van in filelengte genoemd, om zo de automobilisten te informeren over de verwachte duur van het ongemak.

De exacte manier waarop de verkeersinformatie door de reporters van de verkeerspolitie in Driebergen of de ANWB op de (publieke) zenders gepresenteerd wordt, verschilt ook. De ANWB nam deze taak over aan het einde van de jaren negentig, toen het lezen van het verkeersbericht niet langer werd gezien als taak van de rijkspolitie. Die verschillen zijn niet alleen per tijdsperiode herkenbaar, maar ook per zender. Zo is de verkeersinformatie op Radio 1 over het algemeen net iets formeler dan op de jongerenzender 3FM. Bovendien hebben niet alleen de zenders eigen voorkeuren, maar is elke reporter uiteraard ook een eigen individu, met een eigen stijl. Sommige reporters doen mee met de (woord)grappen van de radio presentatoren, zoals Jon Bakker of Cees Quax, terwijl andere reporters het verkeersbericht zonder veel extra interactie tussen henzelf en de radio presentatoren oplezen.

Verkeersinformatie en mobiliteit

Al sinds het begin van de jaren zeventig werden er onder anderen door beleidsmakers en verkeersexperts verschillende doelen beoogd met het oplezen van de verkeersinformatie op de radio. Een van de argumenten was dat mensen, als zij geïnformeerd waren, op tijd konden kiezen voor een ander vervoersmiddel of andere route. Daarnaast, zo promootte de Nederlandse verkeerskundig ingenieur H.L. Oei in 1976, kon “het attentieniveau van de bestuurder erdoor worden verhoogd resp. een gedragsaanpassing [zoals extra oplettendheid bij het naderen van de opstopping] worden bewerkstelligd.” De verhoging van de verkeersveiligheid (sinds de jaren zestig) en verkeersstroming (sinds de jaren zeventig) waren de twee meest genoemde redenen voor het verstrekken van verkeersinformatie aan automobilisten.

Tegenwoordig zijn er veel meer verschillende manieren waarop automobilisten informatie kunnen krijgen over de situatie op de weg dan alleen de autoradio. Digitale technologieën worden steeds vaker in de auto gebruikt en vanuit de beleidswereld, infrastructuur- en auto-industrie is er veel aandacht voor de ontwikkeling van real-time verkeersinformatie en routesuggesties via smartphones en navigatiesystemen. Deze technologieën worden aangeprezen als moderne bijdragen aan meer duurzame mobiliteit, en een groot deel van de automobilisten maakt gebruik van dergelijke techniek. Toch is het thema ‘duurzame mobiliteit’ niet iets van de laatste twee of drie decennia. Het is een doel dat al sinds ongeveer het midden van de twintigste eeuw door middel van de radioverkeersinformatie wordt nagestreefd, en is sinds de jaren zestig een vast onderdeel geworden van de Nederlandse radioprogrammering. Voor hen die geen digitale navigatietechnieken in hun auto hebben biedt de radioverkeersinformatie daarmee nog altijd de mogelijkheid om eruit te halen wat erin zit en zo geïnformeerd deel te nemen aan het verkeer.

Meer informatie

Voor meer informatie over het onderzoeksproject en contactgegevens: https://www.maastrichtuniversity.nl/marith.dieker/research