Je bevindt je hier:

Monopolie op de ziel: Hoe Big Tech ons ketent

Stel dat er maar één krant is, of één televisiestation. In Nederland is er een enorm media-aanbod en is het daardoor bijna ondenkbaar. In dictaturen zijn eenzijdige staatsmedia bijna vanzelfsprekend. Maar volgens de Amerikaanse journalist Franklin Foer ligt ook in de Westerse democratieën het gevaar van monopolie op de loer.

Stel dat er maar één krant is, of één televisiestation. In Nederland is er een enorm media-aanbod en is het daardoor bijna ondenkbaar. In dictaturen zijn eenzijdige staatsmedia bijna vanzelfsprekend. Maar volgens de Amerikaanse journalist Franklin Foer ligt ook in de Westerse democratieën het gevaar van monopolie op de loer.

Mark Zuckerberg, oprichter en topman van Facebook. Foto: Friesehamburg, CC BY-SA 4.0.

In zijn boek Ontzielde wereld (Bezige Bij, 2017) stelt Franklin Foer dat de Big Tech bedrijven als Apple, Facebook, Google en Amazon een monopolie op de ziel van hun gebruikers leggen. Hoe hebben deze bedrijven invloed op de nieuwsvoorziening en vooral op wát er in de pers geschreven wordt?

Arjen Lubach organiseert 'Bye Bye Facebook'. VPRO, 2018.

"Senator, we run ads"

Van de Big Tech bedrijven ligt vooral Facebook onder vuur. Arjen Lubach besprak in Zondag met Lubach in 2016 Facebook als nieuwsmedium. In 2018 liet hij zien hoe Facebook gegevens van gebruikers verzamelt en verkoopt. Reden voor hem om het evenement Bye Bye Facebook te organiseren. Hoewel er nog geen grote uittocht is, zie je de discussie over de werkwijze van de social media bijna dagelijks in het nieuws. De roep om wet- en regelgeving vanuit de overheid neemt toe. Maar heeft nationale wetgeving in een internationaal netwerk wel zin? In China of Turkije kijkt de overheid anders aan tegen persvrijheid dan in Nederland of de Verenigde Staten. De vraag is ook of politici voldoende kennis hebben van de techbedrijven, zoals pijnlijk bleek tijdens de hoorzitting met Facebook-topman Mark Zuckerberg in de Amerikaanse senaat. Zuckerberg keek verbaasd toen een senator vroeg hoe hij geld verdient als de dienst gratis is.

Mark Zuckerberg wordt ondervraagd door een Amerikaanse senator. CBS, 2018.

In zijn boek beschrijft Foer de idealen waaruit de Big Tech bedrijven zijn voortgekomen. Het idee van Facebook is immers verbondenheid door een internationaal netwerk. Het vinden en delen van kennis is de basis van de zoekmachine van Google. Het delen van je video’s zonder tussenkomst van een omroep of filmstudio. Het opent de wereld van ieder individu om mee te kunnen doen en kennis te vergaren. De stroom aan desinformatie, het verkopen (of stelen) van gebruikersinformatie en het verliezen van privacy lijken nu de idealen op de achtergrond te dringen.

Anti-trust

Het inleveren van privacy en het binden van de gebruikers is essentieel om geld te verdienen voor de Big Tech bedrijven, zo stelt Foer. Ze streven ernaar de enige te zijn op hun gebied en breiden hun netwerk uit door diensten op te kopen, zodat Facebook ook Whatsapp en Instagram heeft of Google en YouTube één is. Van oorsprong is er in de Verenigde Staten een sterke anti-trust politiek. Zo was er op mediabedrijven die aan het begin van de 20e eeuw opkwamen streng toezicht dat ze geen monopolie konden vormen. Dit gold voor telecombedrijven als AT&T, maar ook voor de grote filmstudio’s als Warner Bros die hun bedrijven moesten opsplitsen en de distributie en vertoning van films uit handen moesten geven. Foer vraagt zich af hoe het kan dat nieuwe bedrijven aan het einde van de 20e eeuw wél een monopolie op hebben kunnen bouwen.

Het suggereert dat Foer tegen de Big Tech is en nostalgisch is over het verleden, maar dat is niet het geval. Ook hij gebruikt de verschillende platforms. Het gaat hem om de manier waarop deze monopolies sturen wat er geschreven wordt en wat we lezen. Een treffend voorbeeld is de manier waarop Amazon de prijs voor de e-books bepaalde. De prijs suggereert volgens Foer dat het materiaal de voornaamste kostenpost is en niet de onderzoekstijd en creativiteit van de schrijver. Het is een discussie die we zien over de vergoeding die journalisten krijgen voor hun werk.

Persconcentratie en persvrijheid

De vraag is of alleen de Big Tech bedrijven verantwoordelijk zijn. Ook in Nederland is er sprake van zogenaamde persconcentratie. De Vlaamse Persgroep (de Volkskrant, Trouw, het Parool, AD) en Mediahuis (NRC, De Telegraaf) bezitten bijna alle kranten in Nederland. De kranten volgen hun eigen redactionele strategie en werken volgens een lange traditie in journalistiek. Maar met teruglopende krantenverkoop wordt goede onderzoeksjournalistiek steeds duurder. Vooralsnog bieden kranten en tijdschriften voldoende achtergronden, maar houdt de onafhankelijke journalistiek stand in de monopolisering door Big Tech?

Franklin Foer opent op 3 mei het Festival van het Vrije Woord in Beeld & Geluid met de persvrijheidslezing.