Je bevindt je hier:

Wim van der Velde: "Het onzichtbare zichtbaar maken"

Documentairemaker Wim van der Velde heeft dit jaar diverse documentaires geschonken aan het archief van Beeld & Geluid. Catherine Vroon, stagiaire bij de afdeling 'Vereeuwigen' heeft naar aanleiding hiervan een klein onderzoek gedaan naar zijn oeuvre. Zo kon ze - goed beslagen ten ijs - de documentairemaker en cineast interviewen over zijn visie op de ontwikkeling van de Nederlandse documentairefilm.

Documentairemaker Wim van der Velde heeft dit jaar diverse documentaires geschonken aan het archief van Beeld & Geluid. Catherine Vroon, stagiaire bij de afdeling 'Vereeuwigen' heeft naar aanleiding hiervan een klein onderzoek gedaan naar zijn oeuvre. Zo kon ze - goed beslagen ten ijs - de documentairemaker en cineast interviewen over zijn visie op de ontwikkeling van de Nederlandse documentairefilm.

Fragment uit Polders voor Industrie (1961)

Fragment uit Polders voor Industrie (1961)

Door: Catherine Vroon

"Mijn vak bestaat niet meer."

“Mijn vak bestaat niet meer," stelt filmmaker en cineast Wim van der Velde over de Nederlandse documentaire van nu. Wim is geboren in 1927 en onderdeel van een groep filmmakers die de Nederlandse documentaire heeft laten opbloeien. Tegenwoordig, wanneer men over de Nederlandse documentairefilm hoort, gaat er bij de meesten geen specifiek belletje rinkelen.

Toch heeft dit genre een belangrijke rol gehad in de Nederlandse beeldcultuur van de twintigste eeuw en beleefde het een glorietijd van 1945 tot 1965. De Nederlandse documentaire kreeg toen veel waardering. De ‘Hollandse documentaire school’ (term voor de filmproductie van die tijd) maakte aan de lopende band documentaires van hoge kwaliteit. De productiekosten waren laag, waardoor veel getalenteerde filmmakers en cineasten een kans kregen om een documentaire te maken.

Glorietijdperk

Een van deze getalenteerde cineasten, is dus Wim van der Velde. Tussen 1945 en 1995 was hij actief filmmaker en hij heeft tientallen films gemaakt. Wim maakte vooral films in opdracht van de overheid en bedrijven en hij is lang in dienst geweest bij de VPRO. Hierdoor is zijn oeuvre ontzettend veelzijdig, met enorm uiteenlopende films. Hij was van 1978 tot 1987 directeur van de Nederlandse Film Academie, samen met Rens Groot en Hans Klap.

Hij heeft voor zijn films samengewerkt met onder andere Bert Haanstra, Anton van Munster en Pim Korver. In het kader van een schenking van Wims archief aan Beeld & Geluid, blikt hij terug op zijn veelzijdige carrière als cineast en filmmaker en heeft hij het over de ontwikkeling van de Nederlandse documentaire. Hoe kijkt iemand als Van der Velde, die het glorietijdperk van de Nederlandse documentaire heeft meegemaakt, terug op zijn werk en naar de documentaire van toen en nu?

Diversiteit aan thema's

Voor dit interview met Wim, heb ik mij verdiept in zijn oeuvre, in het deel van zijn archief dat hij aan Beeld & Geluid heeft geschonken. Daarnaast heb ik mij ook verdiept in de ontwikkelingen van de Nederlandse documentaire in de periode waarin Van der Velde actief was, om meer inzicht te krijgen in zijn werkveld van toen. 

Toen ik de films van Wim van der Velde bekeek viel de diversiteit aan thema’s mij ontzettend op. Er is bijvoorbeeld 'De Beste van de Klas' (1976), waarin hij het leven volgt van een drugsverslaafde jongen.

Bekijke deze intrigerende scène uit de film:

Fragment uit De Beste van de Klas, Wim van der Velde

Fragment uit De Beste van de Klas, Wim van der Velde

“Ik heb voor deze scène drie cameramensen versleten, er was niemand die het geschreeuw aan kon,” ~ Wim van der Velde over de Beste van de Klas.

Polders voor Industrie

Van der Velde zocht altijd creatieve vrijheid in zijn opdrachtfilms. “Ik heb in al mijn films wel een eigen signatuur achter gelaten, denk ik. In elke film zit ergens een stukje waar ik mijn opdracht even vergat, omdat ik zelf voelde dat het goed was. Schilders die in opdracht schilderen geven ook hun eigen invulling aan het product, dus als filmmaker moet dat ook kunnen.

In ‘Polders voor Industrie’ (1961) bijvoorbeeld, een film over de nieuwe havenindustrie in Rotterdam, toon ik aan hoe boerderijen werden gesloopt voor deze nieuwe industrie. Ik maak daar op een gegeven moment een crosscutting tussen mensen die aardappelen aan het rooien zijn en mensen die boerderijen slopen. Met hele ordinaire walsmuziek eronder. Dat is een stukje cinema, dat is van mij. Dat ben ik.” 

Fragment uit Polders voor Industrie, Wim van der Velde

Fragment uit Polders voor Industrie, Wim van der Velde

"Ik geloof niet in discussiëren over film, het is goed of het is niet goed."

Mysterie

De stijl van Wim kan beschreven worden als observerend en analytisch. Er was weinig bemoeienis van hemzelf in zijn films. Dat staat in sterk contrast met documentaires van nu, waarin de maker vrijwel altijd zelf aanwezig is. Wim vertelde zijn eigen verhaal, maar via beelden. Volgens hem zegt een beeld meer dan tien woorden kunnen, en daar moet gebruik van worden gemaakt.

Hij gebruikte ook weinig verbale actie in zijn films. Voor Wim was het audiovisuele het belangrijkste, een verhaal vertellen door middel van beelden. “Film behoudt een soort mysterie over wat wel of niet werkt. Ik geloof niet in discussieren over film, het is goed of het is niet goed. En dat geheim heeft nog niemand ontrafeld.”

Fragment uit Wedloop om morgen, Wim van der Velde

Fragment uit Wedloop om morgen, Wim van der Velde

Twee gulden, twee seconden

Wim heeft de filmwereld door de jaren heen zien veranderen. “Het is gewoon een totaal ander vak geworden. Beter gezegd, mijn vak bestaat eigenlijk niet meer. Vroeger was bijvoorbeeld het ontwikkelen van een film iets heel bijzonders en moois. Ik bracht mijn film weg, liet het ontwikkelen en ging dan pas kijken of het goed gelukt was. Daarnaast was het ook kostbaar om film te maken. Een meter film kostte twee gulden en een meter was twee seconden. Toen ik met Bert Haanstra werkte moesten we soms stoppen, omdat we geen geld meer hadden voor nieuwe film.” 

Dirigent en verzamelaar

“Nu is alles helemaal anders. Alles is digitaal en iedereen kan een film maken. De kern is de film zelf, dat is nog steeds hetzelfde, maar verder is alles eromheen veranderd. Vroeger moest je de technische vaardigheden, zoals scherpstellen en synchroniseren, echt leren. Die vaardigheden waren vakken apart, maar die vaardigheden bestaan niet meer.

Als filmmaker was je vroeger een dirigent en een verzamelaar. Je moest je crewleden aansturen, die elk weer een eigen specialiteit hadden. Je moest je beeld en je geluid bij elkaar verzamelen en er samen iets zinnigs van maken. Dat dirigeren en verzamelen is nu vervaagd, door het gemak en de snelheid waarmee films worden gemaakt” 

"Er worden meer documentaires en films gemaakt dan ooit."

Natuurfilms

Wim van der Velde, een klassieke cineast, die op zoek is naar de diepgang van vroegere films in het huidige filmlandschap. Er worden meer documentaires en films gemaakt dan ooit en er zijn talloze nieuwe makers, waardoor het soms moeilijk is om die diepgang terug te vinden. Dat diepgang moeilijker te vinden is, betekent echter niet dat het er niet meer is, aldus Van der Velde. “Er moet alleen beter naar gezocht worden dan vroeger.” Toch zijn er voor hem ook veel positieve dingen te zeggen over de nieuwe technieken.

“Waar ik nu wel heel enthousiast van kan worden zijn bijvoorbeeld natuurfilms. Die zijn door alle nieuwe technieken echt fenomenaal. We kunnen details filmen en dingen zien die anders nooit door een mensenoog gezien zouden kunnen worden. Dat is prachtig en dat is waar film bij mij om draait: Het onzichtbare zichtbaar maken. Dat is wat je aan cinematografie hebt en wat je ermee kan doen. Zolang dat de kern blijft van film, zal het zich blijven ontwikkelen en zal er talent blijven komen. De techniek eromheen verandert en de film groeit daarin mee.”

Lees het volledige interview met Wim van der Velde

 

Catherine Vroon was stagiair op de afdeling Vereeuwigen in het najaar 2019.